Bijzonder hoogleraar benadrukt psychologische impact van kanker: 'Na de medische behandeling is het vaak niet voorbij'
In dit artikel:
Marije van der Lee (52), bijzonder hoogleraar klinische psycho-oncologie en gezondheidszorgpsycholoog en hoofd wetenschappelijk onderzoek bij het Helen Dowling Instituut, benadrukt dat de impact van kanker veel verder reikt dan alleen de medische behandeling. Met haar nieuwste boek De psychologische impact van kanker wil zij zowel het brede publiek als hulpverleners wakker schudden: psychische klachten beginnen al bij de diagnose en kunnen lang nadat medische zorg is afgerond blijven bestaan.
Wat speelt
Kanker raakt mensen op meerdere niveaus: lichamelijk, psychisch en sociaal. Veelvoorkomende klachten zijn langdurige vermoeidheid, somberheid of depressie, angst voor terugkeer van de ziekte, en in sommige gevallen een posttraumatische stressstoornis. Relaties kunnen onder druk komen te staan vanwege verschillende copingstijlen tussen partners en door het verdwijnen van gedeelde rollen en activiteiten. Daarnaast versterken praktische problemen zoals financiële zorgen en de zorg voor kinderen vaak het psychisch lijden.
Waarom dat problematisch is
Van der Lee wijst erop dat in de huidige gezondheidszorg lichaam en geest nog te veel apart worden behandeld. Patiënten bezoeken oncologen, fysiotherapeuten, diëtisten en soms psychologen, maar die zorg is vaak versnipperd in plaats van geïntegreerd. Dat leidt ertoe dat zaken als beweging of fysiotherapie — die zowel fysiek herstel als mentale veerkracht bevorderen — niet altijd als onderdeel van één samenhangend herstelplan worden ingezet. Bovendien ervaren veel patiënten na afronding van behandelingen juist eenzaamheid en gebrek aan nazorg; het “klaar”-denken bij omgeving en hulpverleners sluit niet aan op de doorlopende innerlijke verwerking van de patiënt.
Oorzaken en onderlinge samenhang
De psychologische reacties op kanker zijn volgens Van der Lee bijna altijd het resultaat van een samenspel van factoren: eerdere levensgebeurtenissen, persoonlijkheidskenmerken, sociale steun, lichamelijke bijwerkingen van behandelingen en praktische omstandigheden. Zo kan een sterk aanwezige ‘doorgaan’-mentaliteit botsen met blijvende vermoeidheidsklachten, wat leidt tot piekeren, slechter functioneren en een negatieve vicieuze cirkel. Er is daarom behoefte aan een holistische blik: de mens met kanker als geheel zien, niet als losse symptomen of disciplines.
Aanpak en advies
Van der Lee noemt acceptatie, tijd en om hulp durven vragen als drie pijlers van herstel. Acceptatie helpt patiënten om niet voortdurend te blijven strijden tegen beperkingen (zoals blijvende vermoeidheid), waardoor ze meer regie kunnen ervaren over hun leven. Zij pleit voor betere samenwerking tussen disciplines zodat medische behandeling en psychologische ondersteuning elkaar versterken. Praktische voorbeelden: beweging en fysiotherapie dragen niet alleen bij aan lichamelijk herstel maar verminderen ook kans op psychische problemen; psychologen zouden beter geïnformeerd moeten zijn over lichamelijke behandelingen en oncologen meer oog moeten hebben voor emotionele gevolgen.
Wat naasten kunnen doen
Voor naasten raadt Van der Lee aan nieuwsgierig en subtiel te blijven: vragen als “Hoe is het met je vandaag?” en aanbieden om over het onderwerp te praten of juist even afleiding te bieden. Het is belangrijk om ook in de periode ná de behandeling aanwezig te blijven, omdat veel herstel en verwerking dan plaatsvindt.
Doel en oproep
Met haar werk wil Van der Lee begrip vergroten voor de langdurige psychologische gevolgen van kanker en hulpverleners aansporen om voorbij hun eigen expertise te kijken. Haar pleidooi is duidelijk: erken de verwevenheid van lichaam en geest, organiseer de zorg minder gefragmenteerd en behandel de mens met kanker als één geheel. Alleen dan kan de psychologische impact beter worden verminderd en kunnen mensen meer grip krijgen op hun leven tijdens en na kanker.