De kans dat je een forse loonsverhoging krijgt, is steeds kleiner (en dit is waarom)

In dit artikel:

Wie op een flinke loonsprong volgend jaar rekent, komt waarschijnlijk van een koude kermis thuis: werkgevers zien de ruimte voor ruime loonsverhogingen krimpen vanwege economische onzekerheid en stijgende kosten, blijkt uit cijfers en adviezen van werkgeversvereniging AWVN en de werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland.

AWVN registreerde over de eerste elf maanden van dit jaar een gemiddelde loonstijging van 3,9 procent (november: 3,4%). Dat gemiddelde werd opgetrokken door twee cao’s in het primair en voortgezet onderwijs, waar medewerkers in anderhalf jaar bijna 6 procent meer kregen. In totaal gingen vijftien cao’s voor circa 260.000 werknemers in.

Gezamenlijk adviseren de werkgevers dat de gemiddelde loonafspraken voor 2026 veel lager moeten uitvallen en moeten aansluiten op de financiële draagkracht van bedrijven en sectoren. Vakbond FNV houdt echter vast aan een looneis van 6 procent, iets wat werkgevers onhoudbaar noemen gezien problemen in onder meer de chemie (faillissementen en afbouw van productiecapaciteit) en grootschalige reorganisaties in de financiële sector.

Ook recente ontslagrondes — waaronder duizenden te schrappen voltijdbanen bij pensioenuitvoerder APG en circa 5.200 bij ABN AMRO richting 2028 — versterken de druk op lonen. Rabobank-econoom Hugo Erken verwacht dat loonstijgingen dit jaar al piekten en voorziet een gemiddelde toename van 4,3 procent volgend jaar en 3,3 procent in 2027, terwijl de verwachte inflatie daalt naar ongeveer 2,5 en 2 procent. De uitkomst zal per sector verschillen: krapte en vergrijzing houden sommige branches aantrekkelijk voor hogere lonen, maar de opkomst van AI en verdere automatisering kan banen doen verdwijnen en het tempo van loondaling versnellen.