Filevrij naar je werk? Simpele oplossing maakt het volgens een vervoerseconoom mogelijk
In dit artikel:
Files ontstaan doordat te veel auto’s tegelijk een knelpunt binnenstromen; de doorlaatcapaciteit van dat knelpunt bepaalt hoeveel auto’s per minuut eruit kunnen komen. Vervoerseconoom Erik Verhoef (VU) vergelijkt het met zand dat door een trechter loopt: bij toenemende toestroom raken voertuigen elkaar aan en ontstaat stilstaand verkeer, terwijl de uitgang van de trechter onveranderd dezelfde maximale doorstroming heeft.
De oplossing is relatief eenvoudig maar onpopulair: het verspreiden van ritten over de spits in plaats van extra asfalt of een vlakke kilometerheffing. Al decennia geleden stelde econoom William Vickrey voor om reistijdkosten deels te vervangen door geldelijke prikkels: hogere tarieven precies in de drukste minuten maken reizen op dat moment onaantrekkelijk, waardoor een deel van de automobilisten (Verhoef noemt zo’n 10%) eerder of later zal vertrekken. Door die kleine gedragsverschuivingen vloeit het verkeer gelijkmatiger en verdwijnen files, terwijl er per ochtend uiteindelijk evenveel auto’s door het knelpunt komen.
Praktijkvoorbeelden bestaan: bepaalde tolwegen in de VS passen variabele tarieven toe, afgestemd op het tijdstip, en registreren gebruik met camera’s. Verhoef waarschuwt dat een vlakke kilometerheffing — het Nederlandse plan om per gereden kilometer te betalen ongeacht het tijdstip — dit mechanisme niet ondersteunt. Zo’n systeem beloont niemand die buiten de piek reist en zal alleen bij zeer hoge tarieven tot minder verkeer leiden. Volgens hem pak je het probleem efficiënter aan door variabele heffingen op plaatsen en tijden waar files ontstaan, niet met een algemene maatregel voor alle kilometers.
Kort gezegd: met gerichte, tijdsafhankelijke prijsprikkels kunnen relatief kleine aanpassingen in reisgedrag voldoende zijn om structureel fileleed te verminderen. Landen en steden die congestion pricing toepassen (bijv. Londen, Stockholm, sommige Amerikaanse tolstroken en Singapore’s ERP-systeem) laten zien dat dergelijke beleidsinstrumenten effectief kunnen zijn, maar ze vragen politieke bereidheid en acceptatie onder reizigers die niet graag hun gewoontes veranderen.