Meer dan de helft van de Nederlanders heeft woonstress: 'Geeft woningnood een gezicht'
In dit artikel:
Meer dan de helft van Nederlanders ervaart of ziet in de omgeving dat mensen stress krijgen door huisvestingsproblemen, blijkt uit onderzoek van ING in het Woonbericht. Woonstress ontstaat wanneer mensen onverwacht snel een woning moeten zoeken — bijvoorbeeld na een scheiding, financiële tegenslag of bij het afstuderen — en er geen passende opvang beschikbaar is. Politieke partijen noemen dit probleem ook tijdens de verkiezingscampagnes en doen voorstellen om de krapte aan te pakken.
Starters lopen veelal tegen deze situatie aan: bijna een kwart heeft ooit uit noodzaak elders gewoond of iemand opgevangen. Meestal wordt tijdelijk onderdak gevonden bij ouders, familie of vrienden en blijft men gemiddeld zo’n half jaar. Twee op de vijf mensen kennen iemand die zijn huis heeft moeten verlaten; 14 procent heeft zelf bij anderen ingewoond en 6 procent heeft iemand tijdelijk onderdak geboden.
Die zogenaamde ‘logeerpartijen’ veroorzaken vaak spanningen. Ruim vier op de tien meldde conflicten door gebrek aan privacy, tegengestelde leefritmes, energieverbruik, het niet meedoen aan huishoudelijke taken of overmatig gamen. Eén op de vijf gastgezinnen wil liever geen opvang van mensen met kinderen. Van degenen die inwoonden of opvang boden zegt 72 procent belangrijke levenskeuzes — zoals kinderen krijgen — uit te stellen. Ook het sociale leven en het verlangen naar een leeg huis (‘empty nest’) lijden er vaak onder.
ING-manager Wim Flikweert benadrukt dat die cijfers de omvang en impact van de huidige woningnood zichtbaar maken. Als mogelijke oplossingen noemen respondenten nieuwbouw en het verruimen van hospitaverhuur (het verhuren van een deel van de woning), waarmee het aanbod sneller kan worden vergroot en woonstress mogelijk verminderd.