Nieuw vaccin tegen allergie in zicht
In dit artikel:
Onderzoekers hebben een experimenteel vaccin ontwikkeld dat in muizen langdurige bescherming gaf tegen heftige allergische reacties, inclusief anafylaxie-uitlokkende prikkels. De resultaten, gepubliceerd in Science Translational Medicine, tonen dat behandelde muizen tot een jaar immuunresponsen vermeden die normaal door allergenen worden opgewekt. Parallel onderzoek aan de universiteit van Pennsylvania verkent mRNA-technieken — vergelijkbaar met die gebruikt voor sommige coronavaccins — als veelzijdige manier om zowel luchtweg- en seizoensallergieën als voedselallergieën aan te pakken.
De aanpak verschilt wezenlijk van traditionele immunotherapie: in plaats van geleidelijke gewenning proberen deze vaccins het immuunsysteem te “herprogrammeren” zodat het überhaupt niet overreageert op specifieke allergenen. Dat maakt de methode potentieel breed inzetbaar en kan, bij succes, duurzamere bescherming bieden dan huidige langdurige behandelingen.
Toch zijn er belangrijke beperkingen. Tot nu toe is het bewijs uitsluitend afkomstig uit dierstudies; muizenimmuunsystemen lijken niet exact op die van mensen, waardoor resultaten niet zonder meer te vertalen zijn. Allergieën variëren sterk tussen typen en patiënten, zodat wat werkt voor één allergeen niet per se werkt voor een ander. Grootschalige klinische onderzoeken ontbreken nog: eerst zijn veiligheidstesten bij gezonde vrijwilligers nodig, daarna effectiviteitsstudies en vervolgens onderzoek naar verschillende allergenen.
Voor mensen met allergieën verandert er voorlopig niets in de praktijk: vermijden van triggers, het bij zich dragen van een adrenalinepen bij ernstige allergie en direct medische hulp bij acute reacties blijven essentieel. Het nieuwe onderzoek maakt hoop op een toekomstig vaccin realistischer, maar meerdere stappen en bewijs uit humane studies zijn nog vereist voordat zo’n behandeling beschikbaar zou kunnen komen.