Nog een reden om te stoppen: vapes bevatten 3000 keer meer bacteriën dan een toiletbril
In dit artikel:
Nieuw onderzoek wijst uit dat vapes extreem veel micro-organismen verzamelen: laboratoriumanalyses van BioLabTests vonden op dag drie gemiddeld zo’n 150.000 kolonievormende eenheden (CFU) op het mondstuk — circa 3.000 keer meer dan op een gemiddelde openbaar toiletbril. Monsters werden genomen na 24, 48 en 72 uur, en na een en twee weken; tussen dag twee en drie vond een explosieve bacteriegroei plaats en de gemeten waarden bereikten de maximale detectie van het lab.
In Nederland is vapen populair onder jongeren: ongeveer 25% van de 12- tot 16‑jarigen heeft ooit gevapet, en bij mbo-studenten ligt dat aandeel rond 47%. Veel gebruikers zien vapen als een minder schadelijk alternatief voor roken, maar dat beeld is misleidend: verhitten van e‑vloeistoffen kan schadelijke stoffen vrijlaten die DNA beschadigen en het kankerrisico verhogen, en damp kan luchtwegen irriteren en hart- en longschade veroorzaken; bij kinderen is er bovendien risico op hersen- en zenuwschade.
De studie legt ook uit waarom vapes zo onhygiënisch worden: wegwerpmodellen worden vaak meerdere dagen gebruikt (gemiddeld 1–3 dagen, met maximaal enkele honderden puffs), krijgen veelvuldig contact met mond, handen en allerlei oppervlakken, en worden zoals telefoons veelvuldig vastgehouden en neergelegd. Microbioloog Reynold Mpofu benadrukt dat „het mondstuk het meest vieze onderdeel is”, mede omdat de menselijke mond honderden bacteriesoorten huisvest. Naast mondstuk-besmetting vond het onderzoek ook bacteriën en schimmels op de behuizing, en werden soorten zoals Bacillus, Staphylococcus en zelfs E. coli gedetecteerd — waarschijnlijk via ongewassen handen of vervuilde oppervlakken.
De uitkomsten versterken het beeld dat vapen niet alleen gezondheidsrisico’s door chemische blootstelling kent, maar ook een hygiënerisico vormt. Naast deze microbiële bevindingen worden vapes ook in verband gebracht met veiligheidsproblemen zoals branden in vuilniswagens. Voor gebruikers, en zeker voor ouders en beleidsmakers, zijn de hoge gebruikscijfers onder jongeren en de samenvallende gezondheids- en hygiënerisico’s reden tot zorg.