Record woningmarkt, maar huizenprijzen stijgen minder snel (zoveel kost een huis in 2026)
In dit artikel:
ING Research verwacht dat de Nederlandse koopwoningmarkt in 2026 nog steeds volop in beweging blijft: ongeveer 245.000 transacties van bestaande woningen, waarmee het record van 2017 (circa 242.000) wordt gepasseerd. Tegelijkertijd rekent de bank op een verdere prijsstijging, wel wat afgezwakt ten opzichte van dit jaar – eind 2026 ligt de gemiddelde woningtaxatie rond de €500.000, ongeveer 3,5% hoger dan aan het einde van dit jaar.
Aanbod en doorstroming spelen een centrale rol. Dit jaar zijn tot nu toe zo’n 16% meer huizen te koop gezet dan in dezelfde periode vorig jaar, waardoor de markt aantrekt en het aantal verkopen omhoog gaat. Desondanks blijft de markt krap: eind Q3 stonden ongeveer 32.000 huizen te koop, aanzienlijk minder dan een decennium geleden. De krapte neemt vooral iets af in en rond grote steden en bij appartementen; op het platteland verandert er minder.
Een belangrijke aanjager van het extra aanbod zijn beleggers en voormalige huurwoningen: zo’n 1 op de 5 verkochte bestaande woningen dit jaar waren voormalige huurwoningen, vooral appartementen in de Randstad en studentensteden. In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht is dat aandeel circa 40%. Starters kopen veel van deze woningen (ongeveer twee derde), wat de doorstroming verder stimuleert. Ook een toename van opgeleverde nieuwbouwwoningen draagt bij aan meer beweging, doordat verkopers verhuizen naar nieuwbouw en hun oude woning vrijgeven.
Waarom blijven prijzen stijgen ondanks meer aanbod? ING wijst op blijvende krapte op cruciale plekken plus een iets verhoogde hypotheekruimte voor huishoudens volgend jaar (onder meer door stijgende cao-lonen). Daarnaast krijgt een groeiend deel van starters financiële steun van familie of via regelingen: naar schatting ontvangt circa 30% een schenking en ongeveer 17% een lening van familie of vrienden. Deze extra koopkracht draagt bij aan hogere biedingen en dus hogere prijzen.
Kortom: meer transacties en iets meer aanbod, maar nog steeds stevige concurrentie en factoren die de prijsontwikkeling opwaarts houden.