Verkiezingen: starters laten hun stem afhangen van plannen rond de woningmarkt, niet van asielbeleid

In dit artikel:

Bijna driekwart van de Nederlandse starters zegt dat de woningmarkt meebepaalt op wie ze 29 oktober stemmen. Dat blijkt uit de Startersbarometer Q4 2025 van Viisi Hypotheken, een periodiek onderzoek onder 22‑ tot 35‑jarigen zonder koopwoning. Voor 72 procent speelt het woningvraagstuk een rol bij de Tweede Kamerverkiezingen; 42 procent zet dit onderwerp zelfs hoger dan immigratie/asiel en 44 procent boven het klimaat.

Jongere starters voelen het meest de urgentie: 62 procent van de twintigers noemt de woningmarkt een doorslaggevende factor bij de partijkeuze, tegenover 49 procent van de dertigers. Slechts één op de vijf starters verwacht in 2026 een huis te kunnen kopen, wat de frustratie verklaart. Uit het onderzoek blijkt verder dat 68 procent vindt dat iedere Nederlander recht moet hebben op een eigen koopwoning en 58 procent pleit voor beperking van marktwerking bij koop en verkoop om starters meer kans te geven.

Het onderwerp speelde ook in het politieke debat: tijdens het RTL Debat wezen partijen als VVD, CDA en GroenLinks‑PvdA het doel van 100.000 woningen per jaar af als een valse belofte, terwijl D66 onder leiding van Rob Jetten inzet op grote projecten, zoals het bouwen van tien nieuwe steden.

Hergen Dutrieux, medeoprichter van Viisi, stelt dat het woningaanbod enigszins is gestabiliseerd door veel voormalige huurwoningen, maar waarschuwt dat dat niet betekent dat de problemen opgelost zijn. In de eerste helft van 2025 ging minder dan de helft van de verkochte bestaande huizen naar starters en uit eerder onderzoek bleek dat een derde van de starters met koopwens inmiddels is afgehaakt.

Op beleidsvragen tonen starters duidelijke voorkeuren: 69 procent wil dat studieschulden niet meetellen bij een hypotheekaanvraag; bijna twee derde wil de huidige hypotheekrenteaftrek behouden. Dutrieux waarschuwt echter dat versoepeling van leenregels prijsopdrijvend werkt en starters uiteindelijk nadeel kan brengen; hij noemt ook het afschaffen van hypotheekrenteaftrek als lange‑termijnmaatregel en stelt eenvoudiger stappen voor, zoals het verruimen van de wettelijke bedenktijd bij aankopen — iets waar 45 procent voorstander van is.

Kortom: voor veel jonge Nederlanders is de woningmarkt een cruciale verkiezingsfactor; zij willen concrete maatregelen die hun kansen op koopwoningen vergroten, terwijl men verdeeld is over welke beleidsinstrumenten daarvoor het beste werken.