Vernietigend rapport over jeugdzorg en pleegzorg: 'Kinderen worden soms onterecht uit huis geplaatst'

In dit artikel:

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJV) concluderen dat de jeugdbescherming in Nederland nog steeds ernstig tekortschiet. De hernieuwde toetsing volgde op de zaak van een meisje in Vlaardingen dat ernstig mishandeld werd door haar plaatsverzorgers. Inspecteurs zien terugkerende knelpunten: begeleiders hebben vaak onvoldoende zicht op de veiligheid van kinderen, geschikte hulp ontbreekt of duurt te lang, en samenwerking tussen betrokken instanties schiet tekort.

IJV-hoofdinspecteur Hans Faber noemt de situatie een déjà-vu: soortgelijke waarschuwingen werden al in 2019 gegeven en sindsdien is er weinig structureel verbeterd. Volgens hem ligt het probleem niet primair bij medewerkers — die hun best doen — maar bij een stelsel dat niet functioneert: te weinig personeel, te weinig passend aanbod en te weinig wezenlijk contact met gezinnen. IGJ-hoofdinspecteur Angela van Putten wijst daarnaast op complexiteit en overmatige bureaucratie, die medewerkers demotiveert en verloop veroorzaakt.

Gemeentelijke terughoudendheid bij het goedkeuren van kostbare hulp verlengt wachtlijsten, waardoor kinderen onnodig risico lopen of ten onrechte uit huis geplaatst worden. De inspecties geven toe geen kant-en-klare oplossing te hebben: de grenzen van toezicht zijn bereikt en er zijn andere bestuurlijke afspraken en stelselwijzigingen nodig om écht verbetering te realiseren.